Lexicon

In dit lexicon worden bepaalde begrippen uit de toolkit verklaard en wordt het verschil (of net niet) tussen bepaalde begrippen verduidelijkt.

 

Borstvoedingsverlof – lactatieverlof – profylactisch verlof

Een werkneemster die haar kindje borstvoeding geeft, kan borstvoedingsverlof opnemen. Het borstvoedingsverlof volgt onmiddellijk op het zwangerschapsverlof en is een periode waarin de werkneemster niet werkt zodat ze haar baby de borst kan geven. Er zijn twee soorten borstvoedingsverlof.

Moeders die borstvoeding geven en blootgesteld zijn aan beroepsrisico’s komen in aanmerking voor betaald borstvoedingsverlof in het kader van moederschapsbescherming. Profylactisch borstvoedingsverlof of lactatieverlof is mogelijk tot 5 maanden na de bevalling. Bij profylactisch verlof krijgt de werkneemster geen loon van jou, als werkgever, maar ontvangt ze een vervangingsinkomen van het ziekenfonds.

Is er geen beroepsrisico vastgesteld door de arbeidsarts maar wil de moeder toch borstvoedingsverlof opnemen? Dan ligt de beslissing bij jou als werkgever. Het is dan geen recht van de werkneemster, maar een gunst die je haar verleent. Kijk hiervoor eens in checklist 4, waar de verschillende opties worden opgesomd.

Borstvoedingsverlof is niet te verwarren met borstvoedingspauzes. Elke werkneemster heeft recht op borstvoedingspauzes wanneer zij terugkomt uit zwangerschapsverlof. Ze mag deze tot 9 maanden na de geboorte opnemen. Wanneer ze minstens 7u30 per dag werkt, heeft ze recht op 2 borstvoedingspauzes van elk een half uur.

 

Mantelzorg

Een mantelzorger is iemand die:

  • Zorg biedt aan iemand die omwille van ziekte, handicap of ouderdom ondersteuning nodig heeft.
  • Een affectieve band hebt met de persoon voor wie men zorgt. Men moet dus geen familie zijn om mantelzorger te zijn. Men zorgt bijvoorbeeld voor een buur, partner, kind, ouder, vriend, enzovoort.
  • Hulp en zorg aan die zorgvrager op frequente basis verleent.

Mantelzorg is geen beroep, het gebeurt niet vanuit een organisatie en het is ook geen vrijwilligerswerk. Mantelzorg overkomt mensen meestal. De mantelzorger weet vaak ook niet waar en wanneer de zorg zal eindigen. Het is weinig voorspelbaar. Hierdoor is het niet altijd eenvoudig om mantelzorg met werk te combineren en kan flexibiliteit vanwege jou als werkgever een welkome ondersteuning zijn.

 

Omstandigheidsverlof of ‘klein verlet’

Een werkneemster/werknemer mag voor bepaalde redenen (familiegebeurtenissen, het vervullen van staatsburgerlijke verplichtingen of verschijning voor het gerecht) verlof nemen. Dit wordt omstandigheidsverlof of ‘klein verlet’ genoemd. De precieze gebeurtenissen waarvoor verlof kan genomen worden, zijn vastgelegd bij wet en moeten gerespecteerd worden. Je kan een lijst hiervan terugvinden op de website van de FOD WASO.

Als werkgever betaal je het loon voor die dag, of korte periode, aan de werkneemster/werknemer.

 

Risicoanalyse

Als werkgever moet je de veiligheid, gezondheid en het welzijn van je werknemers garanderen. Dit doe je aan de hand van een dynamisch risicobeheersingssysteem.

Eén van de basiselementen van dit systeem is de risicoanalyse en de preventiemaatregelen die eruit voortvloeien. De risicoanalyse houdt in dat je als werkgever systematisch en permanent alert bent voor gevaren en risicofactoren. Je analyseert concrete arbeidsprocessen en arbeidssituaties met als doel risico’s te identificeren en preventieve maatregelen te bepalen. Deze worden uitgewerkt in een globaal preventieplan.

Je interne en externe dienst voor preventie en bescherming op het werk kan je bijstaan met advies rond deze risicoanalyse.

Een risicoanalyse is onder andere verplicht in het kader van een zwangerschap. Het is belangrijk dat de analyse specifieke maatregelen voor zwangere werkneemsters omvat, zoals een opsomming van de gevaarlijke arbeidsomstandigheden waaraan zij kunnen worden blootgesteld (denk daarbij aan chemische stoffen, het optillen van zware objecten, enzovoort) en hoe hiermee om te gaan.

 

Thematisch verlof

Om werk en privéleven beter op elkaar af te stemmen of om te zorgen voor een ziek of terminaal gezins- of familielid, hebben je werknemers recht op thematisch verlof. Er bestaan drie soorten thematische verloven:

  • Ouderschapsverlof
  • Palliatief verlof
  • Verlof voor medische bijstand

Deze drie verlofstelsels komen aan bod in de checklists 7 en 8.

 

Vaderschapsverlof – meemoederschapsverlof – geboorteverlof

Vaderschapsverlof, meemoederschapsverlof en geboorteverlof zijn synoniemen. Vaders en meeouders hebben recht op dit verlof vlak na de geboorte van hun kind. Geboorteverlof is een bredere term dan vaderschapsverlof aangezien ook meeouders recht hebben op dit verlof. Wettelijk komen volgende personen in aanmerking voor geboorteverlof:

  • Ofwel de vader
  • Ofwel de meeouder (zoals de gehuwde of de samenwonende (wettelijk, of gedurende drie jaar op permanente en affectieve wijze) partner van de moeder)

Het geboorteverlof bedraagt 10 dagen. Je werkneemster/werknemer kan deze dagen in één keer of gespreid opnemen in de 4 maanden na de geboorte.

 

Verlof om dwingende reden, familiaal verlof of sociaal verlof.

Het betreft hier dezelfde ‘verzameling’ van verlofdagen, de begrippen zijn synoniemen van elkaar.

Een werkneemster/werknemer mag voor dwingende reden verlof nemen. Onder deze dwingende reden wordt verstaan:

“Een niet te voorziene, los van het werk staande gebeurtenis die haar/zijn dringende en noodzakelijke tussenkomst vereist.”

Bijvoorbeeld:

  • ziekte, ongeval of hospitalisatie van een persoon die met de werkneemster/werknemer samenwoont;
  • schade aan de woning van de werkneemster/werknemer door een brand of een natuurramp;
  • het bevel tot verschijning in persoon in een rechtszitting wanneer de werkneemster/werknemer partij is in het geding;
  • elke andere gebeurtenis die de werkgever en werkneemster/werknemer in onderling akkoord beschouwen als een dwingende reden.

Het verlof om dwingende reden mag niet meer dan 10 arbeidsdagen per jaar bedragen. De werkneemster/werknemer ontvangt voor deze dag geen loon.

 

Zwangerschapsverlof – moederschapsrust - bevallingsverlof

Zwangerschapsverlof, moederschapsrust of bevallingsverlof zijn synoniemen en verwijzen dus drie keer naar hetzelfde.

Het moederschapsverlof is het verlof waarop een werkneemster recht heeft in de periode rond haar bevalling. Het duurt, volgens de algemene regel, vijftien weken en wordt opgesplitst in ‘prenataal verlof’ en ‘postnataal verlof’.

Het prenataal verlof, ook wel zwangerschapsverlof genoemd, is het verlof dat de aanstaande moeder vóór de bevalling neemt en dat minimaal één en maximaal zes weken duurt. De rust die begint vanaf de dag van de bevalling, de bevallingsrust of het postnataal verlof, duurt minimaal negen weken en maximaal 14 weken.

Verwacht je werkneemster een meerling, dan kan het prenataal verlof maximaal acht weken en het postnataal verlof minimaal negen en maximaal 16 weken duren.